Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [55]elkeen had vier aangezichten; het [56]eerste aangezicht was het aangezicht eens [57]cherubs, en het tweede aangezicht was het aangezicht eens mensen, en het derde het aangezicht eens leeuws, en het vierde het aangezicht eens arends. 55. In dit gezicht is enig onderscheid in de orde en benaming van het gezicht, boven hfdst.1:; hoewel het inderdaad hetzelfde geweest is; zie onder vs.15,22. 56. Te weten van elk der cherubim. Nu dit eerste aangezicht van des cherub was, dat voorwaarts uitzag, het tweede, dat naar de rechterhand, het derde, naar de linkerhand, het vierde achterwaarts uitzag. Zulke vier aangezichten hadden zij alle vier. Hebreeuws, het aangezicht van den eersten. 57. Sommigen menen dat hier in de plaats van een ossen-aangezicht gesteld wordt het aangezicht van den cherub, om te tonen dat zij allen cherubim geweest zijn. Anderen stellen andere redenen.